Inleiding
Ik maak mijn werkstuk over de landmacht. Ik heb dit onderwerp gekozen ,omdat je er veel over kan vertellen. Mijn werkstuk heeft 7 hoofdstukken. Eerst vertel ik over het leger en de landmacht. Daarna over de VS en de samenwerking tussen verschillende landen. Verder een hoofdstuk over rangen en over wapens en tanks. En tot slot in hoofdstuk 7 de dienstplicht en de beroepsmilitair.
Hoofdstuk indeling
1. Het leger
2. De landmacht
3. VS en de NAVO
4. Oorlog en vredesmissies
5. Rangen
6. Wapens en tanks
7. Dienstplicht en beroepsmilitair
Hoofdstuk 1 Het leger
Het ministerie van defensie is de baas van het leger. Het leger bestaat uit vier onderdelen, dat wordt ook wel de krijgsmacht genoemd. De krijgsmacht bestaat uit de volgende onderdelen:
· De Koninklijke Landmacht, werkt op het land.
· De Koninklijke Marine, werkt op zee.
· De Koninklijke Luchtmacht, werkt in de lucht.
· De Koninklijke Marechaussee, is de politie van de krijgsmacht.
De krijgsmacht heeft drie hoofdtaken, dat zijn:
· Het verdedigen van het eigen grondgebied, inclusief de Nederlandse Antillen en Aruba. Ook de verdediging van het grondgebied van de Nederlandse bondgenoten hoort hierbij.
· Het beschermen van andere landen als daar onrust is.
· Het helpen bij het bestrijden van rampen en onrusten.
In mijn werkstuk zal ik het vooral over de landmacht hebben.
Hoofdstuk 2 De landmacht
De landmacht moet snel en goed kunnen reageren op onverwachte situaties, daarom worden ze ook goed en veel getraind.
De hoofdtaken van de landmacht zijn:
· In de hele wereld helpen aan vrede, veiligheid en stabiliteit. Stabiliteit betekent dat waar oorlog dreigt en voor gezorgd wordt dat er geen oorlog uitbreekt.
· De verdediging van het Nederlandse grondgebied en dat van de bondgenoten. Bondgenoten zijn landen waarmee een overeenkomst is gesloten. In hoofdstuk 3 leg ik dat verder uit.
· De ondersteuning van civiele autoriteiten (dat zijn o.a. de politie en brandweer) bij de orde bewaring, rampenbestrijding en het verlenen van hulp aan mensen. Dit gebeurt in Nederland en in andere landen.
De landmacht blijft op het land, en is het grootse onderdeel van de krijgsmacht, en heeft 34.000 mensen in dienst. De landmacht komt echt op de plek die beschermt moet worden. Dat is anders dan bij de luchtmacht of bij de marine. Daar geven ze bescherming van afstand. De landmacht is het oudst van alle onderdelen van de krijgsmacht. In de geschiedenis is er eigenlijk altijd gevochten met soldaten. Er was altijd wel ergens een koning die zijn land wilde uitbreiden. Daar werd vaak flink om gevochten.
De landmacht wordt tegenwoordig niet vaak ingezet om Nederland te beschermen tegen een vijand. In Nederland wordt de landmacht nu meestal ingezet voor grote hulp activiteiten.
Die hulp kan bestaan uit het aanleggen van tijdelijke (nood)bruggen of het uitlenen van tenten. Soms gebeurt dit gratis, soms wordt er iets voor terug gevraagd. Ook andere overheidsinstanties (b.v. politie) roepen de landmacht regelmatig te hulp in, bijvoorbeeld bij situaties waarin ze niet de juiste spullen hebben of kennis tekort schiet. Met name het Explosieven Opruimingscommando wordt vaak gevraagd voor het onschadelijk maken van bommen uit de Tweede Wereldoorlog. Maar ook bij rampen zoals de overstromingen in Limburg of de mond- en klauwzeer bij het vee, stond de landmacht klaar. Dat gebeurde ook bij de vogelpest. Ook bij terroristische dreigingen wordt de landmacht ingezet.
Hoofdstuk 3 VS en de NAVO
Aan het eind van de tweede wereldoorlog waren een heleboel landen betrokken bij het sluiten van de vrede. Er moesten veel afspraken gemaakt worden, daardoor ontstonden twee partijen. Aan de ene kant waren landen die Duitsland aan het westen hadden aangevallen, zoals Amerika, Canada en Groot-Brittannië. Aan de andere kant was er de Sovjet Unie die Duitsland vanuit het oosten had verslagen. De landen aan de oostkant van Duitsland sloten zich aan bij de Sovjet Unie en de landen ten westen van Duitsland sloten zich aan bij Amerika.
In een militaire parade loopt iedereen op de maat.
Na de oorlog kwamen er twee grote organisaties:
· Het Warschaupact: de Sovjet Unie met de Oost-Europese landen spraken af dat ze zouden samenwerken en elkaar zouden helpen als een land werd aangevallen.
· De NAVO: NAVO staat voor Noord Atlantische Verdrags Organisatie. Hierin werken Amerika, Canada en de meeste West-Europese landen, maar ook Turkije en Griekenland samen.
Er ontstond een wapenwedloop tussen het Warschaupact en de NAVO. Dat wil zeggen dat de organisaties steeds meer en betere wapens maakten. Uiteindelijk kwam iedereen er achter dat niemand oorlog wilde en ze probeerde afspraken te maken om een deel van de wapens te vernietigen en meer met elkaar samen te werken.
Hoofdstuk 4 Oorlog en vredesmissies
Nu werken veel landen samen in een organisatie die de Verenigde Naties heet. De afkorting daarvan is de VN. De VN stuur legers naar landen waar gevochten word. De VN zet soms ook legers in van de NAVO.
Soldaten van een vredesmissie van de VN dragen altijd blauwe baretten of helmen en worden ook wel eens blauwhelmen genoemd.
Tegenwoordig worden er steeds meer grote afstandswapens gebruikt en wordt de landmacht
bijna alleen nog maar ingezet voor vredesmissies. Nu worden er vooral bommen gegooid, aanslagen gepleegd en raketten afgevuurd.
Er is al een tijd geen echte oorlog meer geweest waar de landmacht in heeft meegevochten.
De laatste grote oorlog waar de landmacht in meevocht was de tweede wereldoorlog.
De landmacht vecht niet alleen met landen, ook krijgen ze soms een vredesmissie. Dan moeten ze onder andere de rust in een land bewaren. Nu zit de landmacht bijvoorbeeld in Irak waar ze de mensen uit elkaar houden. Ook gaat de landmacht vaak naar arme landen om etenspakketten te brengen. En als er een ramp is gebeurd als een aardbeving gaat de landmacht op weg om te helpen.
Hoofdstuk 5 Rangen
Niet alleen bij het leger zijn rangen, ook bij de brandweer bijvoorbeeld. Ook zijn ze bij alle verschillende vakken anders. Bij de landmacht bestaan die rangen uit sterren en strepen op de schouders en je kan het zien aan de mouw van een uniform.
Hieronder kan je een schema zien van de belangrijkste rangen die er in het leger zijn.
Manschappen
soldaat
korporaals
korporaal
korporaal 1e klasse
onderofficieren
sergeant
sergeant 1e klasse
officieren
tweede luitenant
eerste luitenant
kapitein
hoofdofficieren
majoor
kolonel
opperofficieren
luitenant-generaal
generaal
Hoofdstuk 6 Wapens en tanks
In de landmacht worden verschillende soorten wapens gebruikt. De wapens zijn bijna allemaal met kogels. Het voordeel van deze wapens is dat je over grote afstand een tegenstander kunt uitschakelen.
Soldaten besteden veel tijd aan het leren omgaan met wapens. Ze moeten leren hoe de wapens worden gebruikt, in welke houding je het wapen het best kunt gebruiken, en hoe je het wapen schoonmaakt. Ook de veiligheid is heel belangrijk: hoe zorg je bijvoorbeeld dat een wapen niet per ongeluk afgaat. Een van de moeilijkste dingen is het leren richten.
Geweren
Met een geweer kan snel achter elkaar geschoten worden. Het geweer bij de Koninklijke Landmacht heet een Diemaco. Als je de trekker overhaalt komen er 1 of 3 schoten tegelijk uit, dit heet semi-automatisch. Hij heeft een bereik tot 550 meter. Dit wapen wordt het meest gebruikt door voetsoldaten. Het geweer is wel een meter lang en weegt 3,7 kilogram.
Pistool
Het pistool heeft een bereik van zo'n vijftig meter. Het wordt vooral door officieren en gewondenverzorgers gedragen, voor zelfverdediging in noodgevallen.
Mitrailleur
Met de mitrailleur kan alleen automatisch gevuurd worden, dat betekent dat als je de trekker overhaalt er niet 1 kogel komt maar een heleboel. Hij lost 700-750 schoten per minuut. Het wapen staat op een standaard; hij is vrij zwaar en kan heel ver schieten. Hij moet liggend bediend worden. Hij heeft een bereik tot wel 1800 meter.
Handgranaat
Een handgranaat is een soort van bom die je met de hand kan gooien. Er zijn verschillende soorten handgranaten. Met sommige blaas je een kamer op, met andere kun je brand stichten of een rookgordijn leggen.
Tanks (Leopard-2)
De landmacht gebruikt de Leopard-2 om in een aanval de tegenstander te kunnen beschieten. Met tanks kan een leger zich snel verplaatsen. Tanks zijn gemaakt van gepantserd staal. Met gewone geweren of pistolen kun je een tank daarom niet vernietigen. In een tank zitten een schutter, een bestuurder, een lader en een commandant. Op de Leopard-2 zit een kanon waarmee wel tot 3 kilometer nauwkeurig kan worden geschoten. Hierbij wordt moderne elektronica gebruikt. De Leopard-2 wordt gemaakt door Krauz Mafai; Dat wordt soms ook de Mercedes onder de tanks genoemd.
Hoofdstuk 7 Dienstplicht & beroepsmilitair
Vroeger moesten alle jongens op hun achttiende in dienst, dat heette de dienstplicht. Maar als er uit een gezin al twee jongens in dienst hadden gezeten hoefden de anderen niet meer. Ook als je getrouwd was of ging trouwen hoefde je niet. Je moest dan anderhalf jaar in dienst. Maar de dienstplicht is afgeschaft en je hebt alleen nog maar beroepsmilitairen in het leger.
Om in het leger te kunnen moet je tussen de 17 en 27 jaar zijn. Als je solliciteert word je eerst grondig onderzocht door artsen. Daarna krijg je een zware opleiding, die duurt minstens drie maanden. Daar leer je alles wat een soldaat moet weten en kunnen. Daarna kan je verschillende wegen uit: wil je bijvoorbeeld in een tank werken of wil je legerarts worden.
Je hoeft niet je hele leven in het leger te werken, je tekent dan een contract voor een paar jaar.
Literatuur en naslagwerk
· Richard Bennett, Militaire strijdkrachten
· Gert van der Maten, De landmacht
· Ministerie van defensie, informatiepakket leger
· www.landmacht.nl
· www.defensie.nl